Zijde

zijde 1Zijde wordt geproduceerd door de zijderups (Bombyx mori) die zich voedt met de blaadjes van de moerbeiboom.
De overlevering vertelt ons dat China het oudste zijdeproducerende land ter wereld is, waar de productie terug gaat tot 5 eeuwen voor Christus. Eeuwenlang werd de productie geheim gehouden en uitvoer verboden.
Vanaf de zesde eeuw ontwikkelt de zijdeproductie zich in Japan en India. Rond de 16de eeuw is de zijdeproductie zelfs gedurende enkele eeuwen succesvol in onze Zuid-Europese landen, waar de moerbeiboom zich thuis voelt.  China was en is tot op vandaag steeds het belangrijkste zijde-exporterende land gebleven, met in de 19de eeuw de zijderoute als hoogtepunt.

Zijde is net als wol een dierlijk vezel, dat hoofdzakelijk uit eiwitten bestaat.

zijde 2De rups wordt ca.9 cm lang en is volwassen na ca.36 dagen. In die tijd heeft zij een ongelooflijke hoeveelhied moerbeibladeren gegeten. De diertjes worden gekweekt in kamers in platte bakken, zodat de verzorging makkelijk en overzichtelijk is.

 

In de onderlip heeft de zijderups 2 spinklieren.
Als de rups gaat poppen treden de kliertjes in werking en persen ze een zeer fijne draad naar buiten. De draad is opgebouwd uit fibroïne. Naast elke spinklier zit er een andere klier die tegelijkertijd werkt, en sericine afscheidt, dat is zijdelijm. Ze legt zich rond de fibroïne en stolt in de lucht.

zijde 3Met deze draad maakt de rups in 3 dagen tijd een cocon, dat bestaat uit een draad van 3000 à 4000m. Uit de rups ontwikkelt zich na 20 dagen een vlinder die door het cocon breekt.

Om de verhinderen dat de vlinder door het cocon breekt en het aldus vernielt, worden de cocons een poos aan een warmte van 75°c blootgesteld, waardoor de vlinders sterven en verdrogen. Wilde zijde is diervriendelijk in die zin dat de het cocon slechts gebruikt wordt, nadat de vlinder is uitgevlogen.